Actoren
Kinderen = kinderen die recht hadden op gezinsbijslag in de betrokken maand (= rechtsmaand) en waarvoor die gezinsbijslag in de volgende maand (= betaalmaand) werd uitbetaald.
Bijslagtrekkenden = personen aan wie de gezinsbijslag uitbetaald werd. In de statistieken bestaat de groep uit alle bijslagtrekkenden van de populatie van de rechtgevende kinderen.
Type van gegevens
Voorlopige cijfers = deze cijfers worden onmiddellijk na de betaalmaand opgehaald uit de toepassingen van de kinderbijslagfondsen. Ze geven dus de actuele situatie weer.
Definitieve cijfers = deze cijfers worden ongeveer 2 jaar na de rechtsmaand waarop ze betrekking hebben opgehaald uit de toepassingen van de kinderbijslagfondsen. Alle wijzigingen die achteraf gebeurd zijn zitten hier dus in.
Gemeente
Dit is de woonplaats van het kind of de bijslagtrekkende. Voor de personen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen, wordt de woonplaats weergegeven op het gemeenteniveau. De personen die buiten Brussel wonen, worden gegroepeerd in de volgende categorieën:
- Vlaams Gewest
- Waals Gewest
- Buiten België
- Onbekend
Periode
De periode is de rechtsmaand waarop de gegevens betrekking hebben. De rechtsmaand is de maand waarin er recht was op gezinsbijslag. De meeste gegevens zijn beschikbaar voor de maanden maart, juni, september en december.
Leeftijdscategorie
Leeftijdscategorie kinderen = in de meeste dashboards wordt de exacte leeftijd van het kind niet weergegeven, maar worden de kinderen verdeeld in leeftijdscategorieën. Het gaat om de volgende leeftijdscategorieën:
- 0 – 5 jaar
- 6 – 11 jaar
- 12 – 17 jaar
- 18 – 25 jaar
Leeftijdscategorie bijslagtrekkenden = het dashboard ‘Socio-demografische kenmerken’ bevat ook de leeftijdscategorie van de bijslagtrekkenden. Zij worden verdeeld in de volgende leeftijdscategorieën:
- 0 – 17 jaar
- 18 – 24 jaar
- 25 – 34 jaar
- 35 – 44 jaar
- 45 – 54 jaar
- 55 – 64 jaar
- 65 – 74 jaar
- 75 jaar en ouder
Gezinsgrootte
Dit is het aantal kinderen in het gezin met recht op gezinsbijslag.
Verworven rechten
Met verworven recht = kinderen die in december 2019 recht hadden op gezinsbijslag in het federale systeem (AKBW) behouden deze bedragen zolang ze voordeliger zijn (op gezinsniveau) dan de bedragen in de nieuwe Brusselse regeling. Dit wordt maandelijks geëvalueerd.
Zonder verworven recht = kinderen met de bedragen van de Brusselse regeling. Het gaat om de kinderen die pas vanaf januari 2020 recht hadden op gezinsbijslag en de kinderen die in december 2019 recht hadden op gezinsbijslag in het federale systeem (AKBW) maar waarvoor de bedragen in de nieuwe Brusselse regeling voordeliger zijn.
Enige kinderen zonder toeslagen
Ja = dit zijn de kinderen die het enige rechtgevend kind zijn in het gezin en geen recht hebben op een toeslag (wezentoeslag, sociale toeslag of bijkomende bijslag voor kinderen met een aandoening). Deze kinderen hebben een vast basisbedrag dat niet evolueert met de leeftijd.
Nee = alle andere kinderen.
Toeslag voor hoger onderwijs
Met toeslag = kinderen vanaf 18 jaar die ingeschreven zijn in het hoger onderwijs. Deze kinderen ontvangen een toeslag bij hun basisbedrag.
Zonder toeslag = alle andere kinderen.
Eenoudergezin
Ja = gezin dat bestaat uit een bijslagtrekkende die alleen woont met een of meer kinderen.
Nee = alle andere gezinnen dan de eenoudergezinnen.
Onbepaald = het is niet mogelijk om het gezinstype te bepalen.
Gezinstype
Eenoudergezin = gezin dat bestaat uit een bijslagtrekkende die alleen woont met een of meer kinderen.
Geen eenoudergezin = alle andere gezinnen.
Onbepaald = het is niet mogelijk om het gezinstype te bepalen.
Jaarlijks gezinsinkomen
Dit is het inkomen waarmee rekening wordt gehouden om na te gaan of er recht is op een sociale toeslag. De toeslag wordt automatisch uitbetaald op basis van de informatie van de Federale Overheidsdienst Financiën. Zij delen de kinderbijslaginstelling mee of het jaarlijkse bruto belastbare gezinsinkomen al dan niet onder het jaarlijkse grensbedrag ligt. Deze gegevens zijn maar ongeveer 2 jaar na de rechtsmaand beschikbaar. Dus de sociale toeslag wordt pas 2 jaar later definitief toegekend voor één of meerdere maanden van het betrokken jaar. Er zijn verschillende categorieën:
Onder het laagste plafond = het jaarlijks gezinsinkomen bevindt zich onder het laagste inkomensplafond.
Tussen de twee plafonds = het jaarlijks gezinsinkomen bevindt zich tussen het laagste en het hoogste inkomensplafond.
Boven het hoogste plafond = het jaarlijks gezinsinkomen bevindt zich boven het hoogste inkomensplafond.
Onbepaald = de gegevens over het jaarlijks gezinsinkomen zijn nog niet beschikbaar voor de betrokken periode. Het is dus nog niet mogelijk om het jaarlijks gezinsinkomen te bepalen.
Onbekend = de gegevens over het jaarlijks gezinsinkomen zijn beschikbaar voor de betrokken periode, maar voor deze gezinnen zijn er geen gegevens over het jaarlijks gezinsinkomen gekend.
Rechtsgrond
Kinderen hebben onvoorwaardelijk recht op gezinsbijslag tot 31 augustus van het kalenderjaar waarin het kind 18 jaar wordt. Daarna kunnen ze nog recht hebben tot de leeftijd van 25 jaar indien ze voldoen aan bepaalde voorwaarden. Dit noemen we de rechtsgrond van het recht op gezinsbijslag.
Onvoorwaardelijk recht < 18 jaar = kinderen met een onvoorwaardelijk recht op gezinsbijslag.
Secundair onderwijs = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die secundair onderwijs volgen.
Leercontract/duaal leren = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag met een leercontract of in het stelsel van duaal leren.
Hoger onderwijs = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die hoger onderwijs volgen.
Deeltijds onderwijs = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die deeltijds onderwijs volgen.
Buitengewoon onderwijs = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die buitengewoon onderwijs volgen.
Hoger onderwijs buiten België = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die hoger onderwijs volgen buiten België.
Niet hoger onderwijs buiten België = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die niet-hoger onderwijs volgen buiten België.
Thesisstudent = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die aan een thesis, eindverhandeling of stageverslag werken.
Onvoorwaardelijk recht kind met een beperking = kinderen van 0 tot 21 jaar met een erkende beperking.
Werkzoekende in 1ste wachttijd = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die ingeschreven zijn als werkzoekende en zich in de beroepsinschakelingstijd (= 1 jaar) bevinden.
Werkzoekende in verlengde wachttijd = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die ingeschreven zijn als werkzoekende en waarvan de beroepsinschakelingstijd verlengd werd.
Internationale overeenkomst = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die omwille van specifieke voorwaarden in de bilaterale overeenkomst in geen van de andere omschreven waarden kunnen vermeld worden.
Kinderen in de onmogelijkheid om lessen te volgen = kinderen met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag die niet in staat zijn les te volgen on zich in te schrijven in het (niet-)hoger onderwijs wegens ziekte.
Onbepaald = het is niet mogelijk om de rechtsgrond van het kind met een voorwaardelijk recht op gezinsbijslag te bepalen.
Sociale toeslagen
Wanneer het inkomen van een gezin beperkt is, kan er recht zijn op een sociale toeslag bovenop het basisbedrag van de gezinsbijslag. Het bedrag van deze sociale toeslag is afhankelijk van het gezinsinkomen, de leeftijd van het kind, de gezinsgrootte en of het gezin een eenoudergezin is of niet. Daarnaast moet ook voldaan zijn aan de voorwaarden inzake het kadastrale inkomen.
Met sociale toeslagen = kinderen met recht op een sociale toeslag.
Zonder sociale toeslag = kinderen zonder recht op een sociale toeslag.
Type wees
Kinderen van wie een of beide ouders overleden is, hebben recht op een toeslag bovenop het basisbedrag van de gezinsbijslag. De toeslag verschilt naargelang een of beide ouders overleden zijn.
Wees – een ouder verloren = een van beide ouders van het kind is overleden. De wezentoeslag bedraagt 50% van het basisbedrag.
Volle wees = beide ouders van het kind zijn overleden of de enige bekende ouder van het kind is overleden. De wezentoeslag bedrag 100% van het basisbedrag.
Niet wees = beide ouders van het kind zijn nog in leven. Het kind heeft geen recht op wezentoeslag.
Kinderen met een aandoening
Een kind met een lichamelijke of geestelijke beperking dat tot zijn/haar 21 jaar een bijkomende toeslag voor die beperking ontvangt. Het kind wordt geëvalueerd op basis van 3 pijlers (medisch-sociale schaal):
- de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid (pijler 1)
- de activiteit en de participatie van het kind (pijler 2)
- de gevolgen voor de familiale omgeving (pijler 3)
De arts kent aan iedere pijler punten toe, met een maximum van 36 punten in totaal. Het kind heeft recht op een toeslag als het minstens 4 punten behaalt in pijler 1 of minstens 6 punten in de drie pijlers samen. Hoe hoger het aantal punten, hoe hoger het bedrag van de bijkomende toeslag.
De kinderen worden verdeeld in categorieën volgens hun evaluatieresultaat:
- Minstens 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers
- 6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
- 6-8 punten over de 3 pijlers en minstens 4 punten in de 1ste pijler
- 9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
- 9-11 punten over de 3 pijlers en minstens 4 punten in de 1ste pijler
- 12-14 punten over de 3 pijlers
- 15-17 punten over de 3 pijlers
- 18-20 punten over de 3 pijlers
- Meer dan 20 punten over de 3 pijlers
Type plaatsing
Plaatsing in een pleeggezin = het kind is geplaatst in een pleeggezin. Het pleeggezin ontvangt de gezinsbijslag van het kind. De persoon die de gezinsbijslag ontving voor de plaatsing van het kind kan een forfaitaire kinderbijslag ontvangen.
Plaatsing in een instelling met 1/3 op spaarboekje = het kind is geplaatst in een instelling. 2/3 van de gezinsbijslag wordt uitbetaald aan de instelling of de plaatsende overheid. 1/3 wordt gestort op het spaarboekje van de jongere. Dit bedrag blijft geblokkeerd tot de jongere meerderjarig is.
Plaatsing in een instelling met 1/3 betaald aan natuurlijk persoon = het kind is geplaatst in een instelling. 2/3 van de gezinsbijslag wordt uitbetaald aan de instelling of de plaatsende overheid. 1/3 wordt betaald aan de bijslagtrekkende die het kind opvoedde voor de plaatsing.
Dubbele plaatsing = het kind is zowel bij een pleeggezin geplaatst als in een instelling.
Geen plaatsing = het kind is niet geplaatst.
Geslacht
Het gaat over het geslacht van het kind of van de bijslagtrekkende.
Man = de persoon is een man.
Vrouw = de persoon is een vrouw.
Ongekend = het geslacht van de persoon is niet gekend.
KI-test
Om te bepalen of er recht is op een sociale toeslag wordt niet enkel gekeken naar het jaarlijks gezinsinkomen, maar ook naar het kadastraal inkomen van het gezin. Wanneer het kadastraal inkomen te hoog is, slaagt een gezin niet voor de KI-test en wordt het uitgesloten van het recht op een sociale toeslag (ongeacht het jaarlijks gezinsinkomen).
Niet geslaagd (gezin uitgesloten) = het gezin is niet geslaagd voor de KI-test en wordt uitgesloten van het recht op een sociale toeslag.
Geslaagd (gezin niet uitgesloten) = het gezin is geslaagd voor de KI-test en wordt niet uitgesloten van het recht op een sociale toeslag. Of er effectief recht is op een sociale toeslag hangt ook af van het jaarlijks gezinsinkomen.
Niet van toepassing = de KI-test is niet uitgevoerd.
Onbekend = er zijn geen gegevens beschikbaar over het kadastraal inkomen van het gezin.
Nationaliteit – land
Dit is het land van de nationaliteit van de kinderen of de bijslagtrekkenden op basis van de ISO 3166 landenlijst. Daarnaast zijn er nog een aantal speciale waarden.
Erkende vluchteling = een vluchteling is een persoon die zijn of haar land van herkomst ontvlucht vanwege gegronde vrees voor vervolging wegens ras, nationaliteit, godsdienst, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep. Hij of zij is erkend als hij/zij het vluchtelingenstatuut bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen (CGVS) heeft aangevraagd en verkregen.
Staatsloze = een persoon die door geen enkele Staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd.
Expat = (hooggeschoolde) buitenlandse werknemer die (alleen of met hun gezin) tijdelijk zijn/haar thuisland inruilt voor een gastland.
Onbepaald = het is niet mogelijk om de nationaliteit te bepalen.
NAVO = persoon tewerkgesteld bij de NAVO, deze personen hebben een speciaal statuut.
SHAPE = persoon tewerkgesteld bij SHAPE, deze personen hebben een speciaal statuut.
Nationaliteit – werelddeel
Dit is het werelddeel van de nationaliteit van de kinderen of de bijslagtrekkenden. Het gaat om volgende waarden:
- Afrika
- Amerika
- Azië
- Europa
- Oceanië
- Erkende vluchtelingen
- Staatslozen
- Speciale statuten = Expat, NAVO & SHAPE
- Onbepaald
Internationale overeenkomst
De internationale overeenkomst geeft weer op welke grond het kind dat niet in België verblijft een recht op gezinsbijslag heeft verkregen.
Europese verordening = in de landen waar de sociale Europese verordeningen van toepassing zijn (Europese Economische Ruimte en Zwitserland), is er recht op Belgische gezinsbijslag.
Bilaterale overeenkomst = een akkoord dat afgesloten werd tussen België en bepaalde landen die geen deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte en die voorziet in het recht op gezinsbijslag voor kinderen die in deze landen wonen. Elke overeenkomst bevat specifieke voorwaarden voor het recht op Belgische gezinsbijslag. Het gaat om volgende landen: Algerije, Bosnië-Herzegovina, Israël, Macedonië, Marokko, Montenegro, San Marino, Servië, Tunesië en Turkije.
Algemene afwijking door het Verenigd College = het Verenigd College kan voor categorieën van behartigenswaardige gevallen, voor een gelimiteerde periode, bepalen dat een kind dat in het buitenland verblijft, recht opent op gezinsbijslag. Daarnaast kan het Verenigd College kraamgeld of adoptiebijslag toekennen voor bepaalde categorieën van behartigenswaardige gevallen. Het vraagt in alle gevallen voorafgaand het advies van de Beheerraad voor gezinsbijslag van Iriscare.
Terugtrekkingsakkoord (Brexit) = sinds 31 december 2020 maakt het Verenigd Koninkrijk geen deel meer uit van de Europese Unie. Er werd een terugtrekkingsakkoord onderhandeld waardoor er onder bepaalde voorwaarden wel verworven rechten worden toegekend aan sociaal verzekerden voor bestaande gezinnen op 31 december 2020.
Europese Economische Ruimte
De Europese Economische Ruimte (EER) is een economische unie die de volgende landen omvat: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk (inclusief de Franse overzeese gebieden Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique, Mayotte en Réunion en de Franse overzeese gemeenschap Saint-Martin), Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal (inclusief Madeira en de Azoren), Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje (inclusief de Canarische Eilanden), Tsjechië, Zweden.